Lodewijk De Vocht

 

Lodewijk De Vocht is op 21 september 1887 in Antwerpen geboren als Gummarus Ida Ludovicus de Vocht. Hij stierf te 's-Gravenwezel op 27 maart 1977.

 

Hij was een Vlaamse componist en dirigent die zich vooral toespitste op koormuziek. Van 1913 tot 1950 was De Vocht ook kapelmeester van de Antwerpse kathedraal. Daarnaast was hij bekend als directeur van het Antwerps conservatorium en stichter van het befaamde, en nog steeds bestaande, Chorale Caecilia. (Dit koor werd van 1971 tot 2001 geleid door een andere Schildenaar, Frans Dubois.)

 

De Vocht componeerde ook muziek op teksten van onder meer Guido Gezelle, Jozef Simons en Bert Peleman. Zeer bekend zijn "Onze Lieve Vrouw van Vlaanderen" (Liefde gaf u duizend namen), op tekst van priester August Cuppens en "Als moeder zong" (was heel het huis in vreugde), op tekst van Jozef Simons.

Lodewijk De Vocht is vooral gekend als inwoner van 's-Gravenwezel (Het Krekeloord, Kerkstraat 36). Hij stierf er en kreeg er een standbeeld op het plein dat zijn naam draagt. Hij woonde echter ook in Schilde en ligt er begraven.

Lodewijk de Vocht woonde in Schilde in het Withof op de Turnhoutsebaan (nr 282), het huis waar burgemeester Cauwenberghe destijds Hendrik Conscience ontving.

De Vocht woonde er van 1923 tot 1934.

 

In die periode was hij onder meer leraar harmonie en orkestklas, kapelmeester van de Antwerpse kathedraal en dirigent van de "Maatschappij der nieuwe concerten" en van het door hem gestichte Koninklijke Chorale Caecilia.

Hij kreeg in Schilde regelmatig bezoek van schrijver/dichter Maurice Gilliams, die in zijn koor had gezongen. In zijn boek "De man voor het venster" beschrijft Gilliams de twee bomen die hij zag vanuit zijn logeerkamer bij De Vocht. Die bomen staan er vandaag nog altijd.

In 1934 verhuisde Lodewijk De Vocht naar het Krekeloord, dat hij in 's-Gravenwezel had laten bouwen.

 

Hoewel hij in 's-Gravenwezel stierf, ligt hij begraven op het kerkhof van Schilde. De reden hiervoor is simpel. Tijdens zijn verblijf in Schilde stierven twee jonge zoontjes. Zij werden begraven in het familiegraf op het kerkhof van Schilde en dus werden ook Lodewijk en zijn echtgenote daar begraven.